Onder narcose
Narcose wordt toegepast bij grote en/of langdurige operaties. Het
gaat om operaties waarbij het noodzakelijk is dat de patiënt volledig
buiten bewustzijn is, zoals operaties aan het hoofd, de hals, borst en
bovenbuik. Narcose zorgt ervoor dat de patiënt tijdelijk in een diepe
slaap komt. Hij merkt daardoor niets van de operatie en kan zich
achteraf niks herinneren.
Type verdoving
Niet elke kleine ingreep in het menselijk lichaam vereist een algehele narcose. Er zijn drie vormen van anesthesie:
- algehele anesthesie
- regionale anesthesie
- lokale anesthesie
Welke vorm iemand krijgt hangt af van de operatie, de lichamelijke conditie en de persoonlijke voorkeur. De anesthesioloog overlegt altijd met de patiënt welke vorm het meest geschikt is.
Bang voor de narcose
Narcose is dankzij geavanceerde bewakingsapparatuur en moderne
geneesmiddelen gelukkig zeer veilig. Hoog opgeleide
anesthesiemedewerkers houden tijdens de narcose continue de
belangrijkste lichaamsfuncties in de gaten. Toch komt angst voor
narcose vaak voor. Veel mensen vinden het moeilijk om de controle over
het lichaam te verliezen. Het helpt om het vooraf hier met de
anesthesioloog over te hebben zodat goed duidelijk wordt wat er
precies gaat gebeuren.
Gevolgen van de narcose
Na de narcose en operatie kan de patiënt zich een periode minder fit voelen. Dat is heel normaal. Het lichaam heeft tijd nodig om te herstellen van de operatie. Over het algemeen zijn narcosemiddelen binnen een paar dagen uit het lichaam verdwenen.
Of en welke klachten iemand door narcose ervaart is afhankelijk van de lichamelijke conditie en de aard van de operatie. Over het algemeen duren de klachten langer naarmate de operatie langer heeft geduurd.